We kennen ze allemaal; de ergernissen als je op zoek bent naar een opdracht en de onuitgesproken gedragsregels tijdens dit proces. Natuurlijk zijn deze regels er ook voor de zelfstandige consultant, maar nu gaat het over de ongeschreven regels voor de opdrachtgever.
Een organisatie, dus een potentiële opdrachtgever, zet de eerste stap door het op de markt brengen van een opdracht. Dat kan hij via een werving- en selectie organisatie doen of via een inhuurportal. Hij nodigt daarmee mensen uit om hierop te reageren, in welke vorm dan ook.
Voldoen aan de eisen
Of dat nu via een wervingsopdracht bij een intermediair is of een kleine zelfstandige. Jij, de zelfstandige, bent op zoek naar een opdracht of je bent over niet al te lange tijd weer beschikbaar, dus je reageert. Er wordt van alles gevraagd en je probeert daar naar beste kunnen aan te voldoen. Niet alleen aan de eisen van relevante kennis, ervaring en certificaten, maar ook hoe je deze verwoordt.
Er worden soms eisen gesteld aan je cv lay-out en je profiel. Licht toe waar je met het specifieke product hebt gewerkt en hoe precies. Geef daarnaast aan hoe je de gevraagde methodiek zo hebt toegepast. Dus je herschrijft je cv, zodat precies die dingen goed uitgelicht worden. Je steekt er een avondje werk in en je verstuurt je cv met een korte toelichting over je karakter naar de potentiële opdrachtgever.
Geen reactie
Je krijgt je cv misschien weer terug, omdat deze toch nog niet voldoet aan het format dat de opdrachtgever wenst. Goed, kan gebeuren. Je weet dat je er bij de eerste selectie al uit ligt als je deze niet naar wens aanpast, dus je doet het. Soms ben je zelfs online compleet je hele cv aan het invoeren. Urenlang bezig, omdat het uploaden van een cv of simpelweg mailen van een cv word-documentje niet op prijs wordt gesteld. Dus je doet het extra werk en zegt tegen je partner en kinderen dat je even je cv moet tikken. Die heb je toch al? ‘Ja, maar iemand die ik niet ken, vindt dat het anders moet.’
Je doet het netjes en krijgt reactie dat je binnen twee dagen iets hoort. Na twee dagen gebeurt er niets. Na vier dagen trouwens ook niet. Na vijf dagen ga je mailen of de boel wel is aangekomen. ‘Ja hoor, maar we hebben zoveel cv’s ontvangen dat we er nauwelijks doorheen komen, dus iets meer geduld graag.’ Goed. je wacht nog eens een paar dagen. Hoort weer niets. Gaat opnieuw bellen of mailen en krijgt te horen dat ze er nog niet uit zijn en of je je iets meer geduld wil hebben. Je bent ondertussen al uitgenodigd bij een andere opdrachtgever waar je ook op gereageerd hebt. Maar ja, op papier klonk die eerste wel erg leuk, dus toch nog maar eens bellen voor je definitief met die ander in zee gaat. Je belt en krijgt te horen dat de opdracht al een week geleden is ingevuld door een interne die er opeens bleek te zijn.
Geen opdracht meer
Dat klinkt alsof er plotseling een interne medewerker vanonder het tapijt kwam en zei: ‘Hoi piepeloi, ik ben er heel toevallig ook nog!’ Ze waren hem eerder waarschijnlijk kwijtgeraakt. De opdracht wordt van de markt gehaald en iedereen is blij, behalve de zelfstandige. Niet omdat je het niet geworden bent, maar omdat je toch wel aardig wat tijd in de mogelijke opdracht gestoken hebt en er vanaf de andere partij uit zichzelf geen moeite gedaan werd voor minstens een telefoontje om af te melden. En dan heb ik het nog niet eens over die keren dat je op gesprek gaat en één van de twee kandidaten bent, het gesprek eindigt met een ‘we bellen uiterlijk morgen’, en je hoort vervolgens nooit meer iets? Je belt zelf, maar en weet eigenlijk al; de ander is het geworden. Prima, gefeliciteerd. Maar laat degene die het niet geworden is ook eens net zo snel iets horen.
Goed opdrachtgeverschap begint niet pas op de eerste werkdag. Het begint al met de vergadering waaruit blijkt of er een opdracht is of niet en hoe met alle betrokken om zal worden gegaan.