Wat betekent Prinsjesdag 2021 voor jou als zelfstandige?
Wederom geen bomvolle Ridderzaal, geen rijtoer van de koning en geen drukke borrels rondom het Binnenhof met politici en bewindslieden. Prinsjesdag 2021 beperkte zich tot het grondwettelijk noodzakelijke: een verenigde vergadering van Eerste en Tweede Kamer op de derde dinsdag van september, waar een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid gegeven wordt. Hieronder zetten we de meest relevante wijzigingen voor jou als zzp’er op een rij.
1. Handhaving op schijnzelfstandigheid uitgesteld
In de zevende voortgangsbrief ‘Werken als zelfstandige’ heeft demissionair Koolmees laten weten dat het kabinet handhaving op schijnzelfstandigheid uitstelt totdat er een nieuw kabinet is. Daarentegen zijn de handhavingsmogelijkheden van de Belastingdienst wel uitgebreid en wordt wel gehandhaafd als er sprake is van kwaadwillendheid bij een opdrachtgever. De pilot van de webmodule – een online vragenlijst die opdrachtgevers meer duidelijkheid moet geven over de aard van de arbeidsrelatie – is geëvalueerd, maar een definitief besluit hierover laat het huidige demissionaire kabinet ook over aan een nieuw kabinet.
2. Aandacht voor scholing en loopbaanontwikkeling
Volg je een cursus, training of opleiding om je loopbaan te versterken? Het kabinet onderkent het belang van scholing en ontwikkeling en stelt daarom extra geld beschikbaar. De Subsidie Stimulans Arbeidsmarkt Positie (STAP) vervangt de fiscale aftrek van scholingsuitgaven. Werkenden en niet-werkenden kunnen vanaf 1 maart 2022 tot €1.000 aanvragen voor een scholingsactiviteit.
3. Daling zelfstandigenaftrek, minder belastingvoordeel
De zelfstandigenaftrek daalt in 2022 van €6.670,- naar €6.310,-. Deze verlaging betekent minder belastingvoordeel, omdat het bedrag waar je belasting over betaalt hoger wordt en je daardoor meer inkomstenbelasting betaalt. In de komende jaren daalt de zelfstandigenaftrek in zeven stappen van €360,-, één stap van €390,- en acht stappen van €110,- naar €3.240 in 2036. Daarmee wil de politiek de fiscale verschillen tussen werknemers en zzp’ers verkleinen, om zo het speelveld tussen werkenden gelijk te trekken en de arbeidsmarkt meer in balans te brengen.
4. Kleine daling inkomstenbelasting
Het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting (tot €69.398) daalt van 37,1% naar 37,07%. De wijziging gaat naar verwachting in op 1 januari 2022. Over het inkomen boven de €69.398 blijft men 49,5% verschuldigd.
5. Verruimd begintarief vennootschapsbelasting
In 2022 betaal je 15% vennootschapsbelasting over de eerste €395.000 winst. Dat is een verlenging van de eerste schijf met €150.000 ten opzichte van 2021. Over de winst boven de €395.000 blijft het tarief 25%.
6. Lagere inkomensafhankelijke bijdrage zorg
Het tarief voor de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet voor ondernemers daalt van 5,75% in 2021 naar 5,45% in 2022. Je betaalt het tarief over een maximum jaarinkomen van €52.297 via de inkomstenbelasting. Dit tarief geldt ook als je directeur-grootaandeelhouder van een bv bent en als zodanig niet verzekerd bent voor de werknemersverzekeringen.
7. Zzp’er met een bv?
Je kunt vanaf 2022 je verliezen binnen je bv onbeperkt meenemen naar volgende boekjaren. De termijn hiervoor was 6 jaar. In een volgend boekjaar met je 1 miljoen euro verrekenbaar verlies met de winst verrekenen. Daarna mag je een eventueel resterend verrekenbaar verlies tot een hoogte van 50% met de resterende winst verrekenen. Het restant mag dan naar een volgend boekjaar. De termijn van 1 jaar terug (carry back) blijft ongewijzigd.
Let op: Alle genoemde punten zijn voorgestelde (wets)wijzigingen. Deze dienen eerst goedgekeurd te worden door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer en geldt pas als het in het Staatsblad of de Staatscourant is gepubliceerd.