Prinsjesdag 2015: einde onroerige tijden voor zzp’er?

Prinsjesdag 2015: einde onroerige tijden voor zzp’er?

De zzp’er is niet meer weg te denken uit de arbeidsmarkt. In 1996 waren er nog 330 duizend personen werkzaam als zzp’er, in 2014 zijn dat er ruim 800 duizend (CBS). Maar is de zzp’er van nu nog dezelfde als die van pak ‘m beet 20 jaar geleden? Of zelfs van 1 jaar geleden? Ik las onlangs een e-book van een team journalisten dat de ontwikkelingen rondom zzp’ers onderzocht heeft. Als we naar de afgelopen twee decennia kijken, is de perceptie van de zzp’er door de jaren nogal wat veranderd, terwijl het eigenlijk altijd dezelfde is geweest: een professional die zelfstandig zijn kennis en kunde ter beschikking stelt. Vanwege die omschrijving noem ik een zzp’er ook liever een zp’er; een zelfstandig professional. Met Prinsjesdag 2015 achter de rug zouden we kunnen stellen dat de zp’er na hectische jaren een rustig jaar voor de boeg heeft. Of toch niet?

Twintig jaar terug
Twintig jaar geleden werden zp’ers ook wel ‘kleine zelfstandigen’ of freelancers genoemd. Ze waren de early adopters van nieuwe technologieën, de innovatieve krachten van onze economie. Wat betreft het sociale vangnet had de zelfstandige het in die periode goed. Zo was hij nog beschermd tegen arbeidsongeschiktheid via de WAZ die in 1998 werd ingesteld. Het gezondheidszorgsysteem kende vooral Bismarckiaanse kenmerken en dus waren zp’ers aangewezen op de particuliere markt. De zp’er werd toen nog nauwelijks opgemerkt door de overheid, maar dat zou niet lang meer duren.

Internetbubbel en de crisis
In 2000 en 2001 knapt de internetbubbel. Het geeft de economie een flinke knauw. In 2008 is het officieel crisis. De werkloosheid loopt op en het zijn de zp’ers die de gevolgen van de crisis opvangen. Maar ook de begrippen ‘gedwongen zp’er’ en ‘schijnzelfstandigheid’ ontstaan. De medewerker die ontslagen is en niet meer aan een vaste baan komt, wordt noodgedwongen zp’er. Bij schijnzelfstandigheid gaat het om zp’ers die voor een opdrachtgever werken, maar bij voorkeur in vaste dienst van de opdrachtgever zijn.

Zo’n 15 procent van de zp’ers komt onder onder de armoedegrens te leven, volgens het SCP. Toch neemt sinds 2011 het inkomen van de zelfstandige niet verder af, aldus het CBS. Er is ook kritiek: zelfstandig professionals zouden de sociale zekerheid uithollen en de schatkist van het rijk te weinig geld opleveren. Waar een zelfstandige 8 procent belasting betaalt, is dat voor werknemers 24 procent. Terwijl de zp’er wel een beroep kan doen op bijvoorbeeld de bijstand, betaald door het collectief. Voor arbeidsongeschiktheid wordt hij nu geacht zelf een verzekering af te sluiten.

Na de crisis
Na de crisis wordt Nederland steeds meer een ‘start-up land’. De vele start-ups werken graag met zelfstandig professionals, omdat ze nog niet goed kunnen inschatten hoeveel omzet ze gaan draaien en het dus riskant kan zijn een vaste medewerker aan te nemen. Ook grote organisaties zien het nut van flexibiliteit in hun personeelsbestand en zetten hier in steeds grotere mate op in. Positief voor de zelfstandigen.

Maar de laatste jaren hebben zij ook meer met bemoeienis van hogerhand te maken. Het kabinet (VVD, PvdA) ontwikkelde in 2014 plannen om de groei van het aantal zp’ers in te dammen: fiscale faciliteiten als de belastingaftrek voor zelfstandigen moeten verdwijnen en het moet voor organisaties minder aantrekkelijk worden gemaakt zelfstandigen in te huren. Halverwege 2015 laten beide kabinetspartijen echter weten dat de zelfstandigenaftrek onaangeroerd blijft. Wel wordt per 1 juli 2015 de Wet Werk en Zekerheid ingevoerd om nieuw evenwicht te creëren tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt, waarbij de tweedeling op de arbeidsmarkt tussen mensen met een vaste baan en flexwerkers wordt verminderd. De zp’er ondervindt hier echter weinig tot geen directe gevolgen van.

2016
Op Prinsjesdag zijn de kabinetsplannen voor 2016 gepresenteerd. De zp’er is een opvallende afwezige in de plannen, maar laten we dat als positief beschouwen. De laatste jaren was dat namelijk nog wel eens anders, veelal in negatieve zin. Is de PvdA tot inkeer gekomen dat de “doorgeschoten flexibilisering”, zoals minister Lodewijk Asscher het eerder noemde, geen halt toegeroepen kan worden? Of heeft de VVD zich weer ouderwets als ondernemerspartij opgeworpen en de ‘zzp-pesterij’ gestopt? Zoals het er nu naar uitziet, lijkt 2016 een minder roerig jaar te worden voor de zelfstandig professional. Alhoewel, er staat per 1 januari 2016 een vervanging van de VAR op de rol. De wet is nog niet eens door de Eerste Kamer, waarna het werken met de modelcontracten per sector nog geïmplementeerd moet worden. Een krappe planning, wat dus zeker nog de nodige onrust blijft veroorzaken tot eind dit jaar en waarschijnlijk ook begin 2016. De zp’er wacht ondertussen rustig af. Die krijg je gelukkig niet zo snel van zijn stuk.

Paul van Leeuwen, Manager business operations

Paul van Leeuwen (1967) is sinds 2004 werkzaam bij HeadFirst. HeadFirst heeft een speciaal deel van zijn organisatie ingericht voor het opbouwen van een bestendige relatie met Zelfstandig Professionals en Leveranciers van professionals, waar Van Leeuwen de manager van is. Zo weet hij als geen ander wat er speelt onder Zelfstandig Professionals en wat belangrijk voor hen is. Voordat Van Leeuwen bij HeadFirst aan het werk ging, werkte hij onder meer bij de Rabobank, Flex Group Nederland en Rijnhaave (Syntegra).