Flexibele arbeid in kaart gebracht
In het ZP Radio programma HoofdZaken spreken Sebas Krijgsman en Paul van Leeuwen met Wendy Smits, onderzoeker bij het CBS en bijzonder hoogleraar ‘Labour Market Flexibility’ aan de Universiteit Maastricht. In de afgelopen jaren heeft Smits met haar CBS-collega’s nieuwe statistieken ontwikkeld om flexibele arbeid beter in kaart te brengen. ZP Radio gaat met haar in gesprek om niet alleen cijfers, maar ook haar mening boven tafel te halen.
Behoefte aan meer onderzoek over flexibele arbeid
Als bijzonder hoogleraar bekleedt Smits een leerstoel met een specifieke opdracht, waarin zij onderwijs geeft en onderzoek doet. De leerstoel, die door het CBS gefinancierd wordt, is voor haar zodoende aanvullend op haar positie bij het CBS. “De achtergrond daarvan is dat wij op het terrein van arbeidsmarkt flexibilisering steeds meer vragen krijgen over de verschillende flex-vormen. Vanuit bijvoorbeeld het Ministerie, de Provincies, de Gemeenten en Media ontstaat de behoefte aan meer verdiepend onderzoek dan wat het CBS doorgaans doet.”
“Er ontstaat vanuit de gebruikerskant steeds meer behoefte naar verdiepend onderzoek op het gebied van flexibele arbeid.”
– Wendy Smits, Programmamanager CBS
Arbeid en flexibiliteit
Volgens resultaten van het CBS is in Nederland het aandeel werkenden met een vaste arbeidsrelatie in 20 jaar flink gedaald. Daarbij wordt een opkomst van werknemers met een flexibele arbeidsrelatie (tijdelijke contracten, uitzend- en oproepkrachten) en een toename in het aandeel zzp’ers geconstateerd. Hoewel dit thema in veel meer landen speelt, is Nederland ten opzichte van Europa redelijk uniek. “Er is heel veel discussie over hoe dit kan. Zaken die vaak worden genoemd zijn technologisering en globalisering. Door toegenomen internationale concurrentie zijn bedrijven genoodzaakt steeds flexibeler het personeelsbestand in te vullen. Daarbij maken ontwikkelingen in de technologie het mogelijk dit te doen. Verder is in Nederland het ontslagrecht vrij strikt. Onderzoek toont aan dat landen waar het ontslagrecht vrij streng is, het aandeel flexwerkers sterker is gegroeid”, aldus Smits.
Financiële en organisatorische (on)afhankelijkheid
Het CBS maakt in de onderzoeken onderscheid tussen zelfstandigen (met en zonder personeel) en werknemers (vast & flexibel contract). Zelfstandigen zonder personeel kunnen vervolgens nog verder onderverdeeld worden in het aanbieden van eigen arbeid of een product. Smits: “Dit onderscheid maken wij met het idee dat binnen de groep zelfstandigen zonder personeel, werkenden vallen die werkzaamheden verrichten die ook in loondienst gedaan zouden kunnen worden.” En zo komt ook schijnzelfstandigheid om de hoek kijken. “Wat wij in ons onderzoek hebben gedaan, is bekijken in welke mate zelfstandigen zonder personeel financieel en organisatorisch afhankelijk zijn van één opdrachtgever. Het blijkt dat maar een heel klein deel, namelijk 6%, afhankelijk is op basis van deze twee criteria. Om schijnzelfstandigheid echter helemaal bloot te kunnen leggen, zal verder gekeken moeten worden dan deze criteria.”
“Slechts 6% van de zelfstandigen zijn financieel en organisatorisch afhankelijk van één opdrachtgever.”
– Wendy Smits, Programmamanager CBS
Van cijfers naar motivatie
Over de onderzoeken van Smits wordt veel geschreven, maar zelf artikelen schrijven en redigeren is haar ook niet vreemd. Zo is zij medeauteur voor Het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken (TvA). Dit is een publicatie die vanuit een sociaal-wetenschappelijke invalshoek aandacht besteedt aan vraagstukken betreffende de arbeidsmarkt, arbeidsorganisatie, arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden en sociale zekerheid. Eind 2017 is een themanummer verschenen over zzp’ers, waarbij motieven om te starten en bijbehorende uitkomsten worden belicht. Bijvoorbeeld over de tevredenheid van zzp’ers. Smits: “Uit verschillende onderzoeken van onder andere TNO en het CBS blijkt dat zzp’ers over het algemeen zeer tevreden zijn. Wij zien wel dat zzp’ers die vanuit ‘negatieve’ motieven zijn gestart iets minder tevreden zijn dan degene die vanuit ‘positieve’ motieven zijn gestart.” De tevredenheid komt volgens Smits voort uit bijvoorbeeld het beter kunnen combineren van werk en privé, maar ook vanwege de autonomie.
Het werkgeversperspectief
Onderzoeken leiden in veel gevallen weer tot nieuw onderzoek. Dit geldt ook voor het thema flexibele arbeid. Nu deze data in kaart is gebracht ontstaat de vraag naar de motieven om flexibele arbeid in te zetten. Deze behoefte wordt niet alleen gedragen door het CBS, maar ook vanuit de maatschappij. Smits: “Wij willen de komende tijd vooral kijken naar het werkgeversperspectief op het terrein van flexibele arbeid. Dit is voor ons nog een witte vlek, omdat wij daar maar weinig informatie over hebben.” In het verleden zijn hier wel onderzoeken naar gedaan, maar voornamelijk in specifieke sectoren. De reden dat het onderzoek in deze richting nu vastloopt heeft volgens Smits te maken met de verschillende afdelingen die bij de inzet van flexibele arbeid betrokken zijn. Zo loopt het vervullen van vacatures veelal via de afdeling HR, maar wordt inhuur van flexibele krachten sneller bij Inkoop belegd. Het is daarnaast lastig om deze informatie middels enquêtes boven tafel te krijgen. Benieuwd naar deze ontwikkelingen? Houd de website van het CBS (dossier Flexwerk / dossier ZZP) goed in de gaten!
Beluister de volledige radio-uitzending met Wendy Smits hieronder.
Bekijk op de website van ZP Radio ook eerdere uitzendingen van HoofdZaken.
Bekijk ook het artikel Flexibele arbeid als ‘Kop van Jut’ doorn in het oog.